De beste en meest produktieve blauwe druif voor openlucht- teelt. Vroegrijpend met middelgrote zoete vruchten. Best te planten en te leiden tegen een warme zuidermuur, in een voedzame vochthoudende grond. Eerst kweekt men gedurende een paar jaar een verticale middenstam met - aan beide zijden - om de 40 tot 50 cm volledig platliggende (horizontale) gesteltakken. De kleinere zijtakken die op deze gesteltakken ontstaan, bloeien in de lente met onopvallende bloemtrosjes en geven daarna de druiventrossen; deze zijtakken snoeit men jaarlijks eind februari terug tot op 1 of 2 ogen waaruit dan weer nieuwe vruchtdragende takjes ontstaan. Plantafstand: 2,5 tot 3 meter. Meer informatie vindt u in het vakje met 'Algemene informatie over kleinfruit'.