Middelgrote bladverliezende struik met breed overhangende takken. Bloeit met violetrode bloemaren in sept-okt. Verlangt een zonnige en goed beschutte plaats en een kalkrijke grond. Wordt best jaarlijks in de lente kort teruggesnoeid. Plantafstand: wanneer meerdere planten van deze soort in een groep geplant worden, plant men deze best op 80 cm tot 100 cm van elkaar.