Matiggroeiende bladverliezende struik met opgaande groeiwijze. Bloeit reeds vanaf begin maart tot in april met grote enkle rode bloemen, in de herfst gevolgd door op appels gelijkende vruchten. Groeihoogte tot 1,5 m. Mag gesnoeid worden. Plantafstand: wanneer meerdere planten van deze soort in een groep geplant worden, plant men deze best op 80 cm tot 100 cm van elkaar.