Matiggroeiende niet-klimmende struikklimop, bladhoudend. Bloeit met geel-groene bloemtrossen vanaf augustus, later gevolgd door zwarte bessen. Takken worden bij het bloemschikken gebruikt. Verdraagt goed schaduw maar geen droge grond. Plantafstand: wanneer meerdere planten van deze soort in een groep geplant worden, plant men deze best op 60 cm tot 70 cm van elkaar.