Dit zijn opvallende, stug behaarde vaste planten waarvan de stengels niet vertakken. De wortelstandige bladeren zijn lancetvormig. De grote witte bloemen hebben een doorsnede tot 15 cm en een zwarte middenvlek. Rijkbloeiend (maar niet zeer lang) en een zeer goede snijbloem; na de bloei verschijnen de opvallende zaaddozen; het blad sterft na de bloei vrij vlug af. Verkiest een diep losgemaakte, niet al te droge grond en een zonnige standplaats.
Plantafstand: indien meerdere planten van deze soort in een groep geplant worden, plant men deze best 30 cm tot 40 cm van elkaar.